Waar een wil is…. 31 ste etappe Buitenpost Heereveen Drachten

I.
Veenwouden.- In Brussel komen vandaag de Europese leiders bijeen voor ‘de Top der Toppen’. Daar gaan de dames en heren de schuldencrisis in Europa oplossen, de Euro redden en de Europese samenwerking voor eens en voor altijd vlot trekken, kortom de Top der Toppen. Bertus Mulder en ik ontmoeten Jaap Jongejan, van de afdeling Achtkarspelen, in de vroege ochtend in Buitenpost voor de etappe naar Drachten, dwars door de Friese Wouden. Dat is nog eens andere koek; het is winter.
Op woensdagavond arriveer ik al bij Bertus en zijn vrouw Ymmi Mulder. Bertus is lange tijd gedeputeerde geweest van cultuur , milieu en onderwijs in Friesland, en ook was hij tot voor kort voorzitter van het gewest. Samen met Lutz Jacobi, Joop van den Berg en Anita Andriessen vormde Bertus jarenlang het har van de Friese sociaal-democratie. Bertus is bovendien een wetenschapper; tijdens het congres in januari, volgend jaar, verschijnt zijn nieuwe boek bij de Wiardi Beckman stichting, het wetenschappelijk bureau van de sociaal-democratie, over de wortels van de sociaal democratie, over arbeid en samenleving. Voor die studie kon hij een beroep doen op zijn eigen bibliotheek waarin alle relevantie publicaties over socialisme, sociaal democratie, religie en Friese cultuur en letterkunde te vinden zijn. Aan de wand hangt een prachtig portret van Pieter Jelles Troelstra en een van Andreis Sternheim. De laatste, socioloog en grondlegger van het cultuur-socialisme, werd in de oorlog samen met zijn vrouw opgepakt door de Duitsers en in Auschwitz, onmiddellijk na aankomst, vergast. Ook hun beide zoons onafhankelijk van elkaar onder gedoken, werden door de Duitsers vermoord. “Beiden, Troelstra en Sternheim zijn mijn grote inspiratiebronnen,” vertelt Bertus. In afwachting van de publicatie van zijn grote studie krijg ik een boek van zijn hand wat vescheen bij zijn vertrek als gedeputeerde: de onderschatte taaiheid van het Fries. ’s Avonds voor het slapen gaan lees ik daarin hoofstukken, zowel in het Nederlands als in het Fries.
De volgende ochtend gaan we vroeg op stap. Ymmi brengt ons naar het station in Veenwouden en een klein kwariertje later ontmoeten we op het station van Buitenpost Jan Jongejan, van de afdeling Achtkarspelen, en voorzitter van het bestuur een koepel van het openbaar basisonderwijs in een groot deel van de provincie. Ik schrik even. In Zeeland zijn dit soort koepels, zowel in het openbaar als christelijk onderwijs, uit op fusies, op schaalvergroting en het sluiten van kleine, onrendabele scholen in de dorpen. Zou Jan Jongejan een zelfde verhaal vertellen?
Maar we beginnen de dag bij Roel Roosma (geb. 1924) thuis. Hij is een van de oprichters van de PvdA in Achtkarspelen en vanaf zijn 14e jaar actief betrokken bij de sociaal democratie en, tijdens de oorlog, was hij actief in het verzet. In het appartement van Roel hangen aan een wand gefotografeerde portretten uit het begin van de vorige eeuw. Het is zijn familie, allemaal socialisten en sociaal democraten. Ook zijn echtgenote die elf jaar geleden overleed, hangt er bij.

De Partij van de Arbeid in Achtkarspelen is ontstaan uit het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Sociaal Democratische Arbeiders Partij was net als de Anti Revolutionaire Partij, de Christen Historische Unie en de Communistische Partij Nederland door de Duitsers aan het begin van de beztting verboden.
Dat was in Boelenslaan, een van de acht kerkdorpen in de gemeente, nog een heel gedoe. In Boelenslaan had de SDAP een volkshuis. Dat was in 1933 met loterijen en inzamelingen tot stand gebracht; de grond was beschikbaar gesteld door het SDAP raadslid en voorzitter van de plaatselijke afdeling, Durk Pulrum. Na de capitulatie in 1940 moest het gebouw halsoverkop worden verkocht om te voorkomen dat het door de Duitsers werd gevorderd.. Het volkshuis werd voor een gulden verkocht aan een notaris in Drachten met de afspraak dat hij het na de oorlog zou terug geven aan de sociaal democraten. Echter, de notaris overleed tijdens de oorlog en zijn erfgenamen hadden niets te maken met de afspraak. Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad om het gebouw terug te kopen, maar uiteindelijk lukte dat. Na de oorlog werd het volkshuis steeds meer een dorpscafé en verloor het de rol als verenigingsgebouw van de sociaal democratie. In 20o6 werd het verkocht en met de opbrengst werd het Durk Pultrum fonds opgericht.
Roel Roosma heeft Durk Pultrum (11875 – 1959) nog gekend. Roel, die steenhouwer was, kreeg Durk op een dag bezoek. “Hij vroeg mee een grafsteen voor hem te maken,” vertelt Roel. “Hij betaalde in eens, en ik moest er ook voor zorgen dat hij geplaatst werd. Hij bereidde dat allemaal goed voor. Op zolder had hij zijn doodskist staan, rood geverfd.”
Met een aanstekelijk genoegen vertelt Roel over de periode kort na de oorlog toen de regering besloot om in het voormalig Nederlands Indië de onafhankelijkheidsbeweging al daar met militaire middelen te weerstaan. Roel: “In deze streek hebben we een sterk gevoel van autonomie. Veel jongens hier wilden niet naar Indië. Dus net na de bevrijding doken ze weer opnieuw onder, net zoals tijdens de bezetting. We wilden er niets van weten, van die oorlog in Indië. Jan Brouwer, die later nog gedeputeerde werd en de basis legde voor het Thialf Ijstadion, die ging ook niet.”
De geschiedenis van de familie Pultrum is een bijzonder verhaal; de ene tak van de familie was sociaal democratisch, de ander communistisch. Ze kwamen wel bij elkaar over de vloer, voetbalden samen maar wanneer het aankwam op politieke bundeling van krachten was het haat en nijd. De ene tak werkte liever samen met de Anit Revolutionaire dan met familieleden die tot de andere ‘linkse’partij behoorden.

In de jaren na de oorlog had de afdeling Achtkarspelen ruim vierhonderd leden; nu zijn er nog honderd over. De neergang werd ingezet toen de PvdA halverwege de jaren negentig de federaties en kleine dorpsafdelingen afschafte. Vanaf dat moment werden PvdA afdelingen gekoppeld aan gemeente en stadsgrenzen. Daarmee werd het verfijnde en intensieve netwerk in verenigingen en organisaties op dorpsniveau verbroken en richtte de PvdA zich voornamelijk op de organisatie van de lokale en provinciale democratie.
Bertus Mulder betreurt dat het fijnmazige netwerk van de Partij van de Arbeid op het platteland vrijwel is verdwenen. Bertus: “Wanneer je die kleine bestuurtjes op heft, haal je ook de kascommissie weg en meneer of de mevrouw die de contributie komt op halen. Dat betekent het verlies van een sociaal netwerk en onderlinge betrokkenheid. Het heeft de partij geen goed gedaan. Net als toen in die kleine dorpsgebonden afdelingen zijn ook nu nog steeds kleine groepjes mensen actief. Hoe groter je opschaalt, hoe beperkter de groep die betrokken en geëngaeerd is.”
We nemen afscheid van Roel en lopen Buitenpost uit, de wijde wereld in. Paarden in de wei draven met ons mee, terwijl we een polderweggetje in lopen. De lucht is stil en grijs en buiten het dorp zijn de weilanden nat en zacht. We zijn goed aangekleed en hebben geen last van de winterse waterkoude. Jan, Bertus en ik wandelen in de richting van Harkema, een dorp, net als st. Willibrod in Brabant, van bouwvakkers en een eigen, besloten cultuur. Dat heeft, leggen Bertus en Jan me uit, te maken met de ontstaansgeschiedenis van het dorp.. Er was hier, in dit veengebied, niks. Wie zich hier wilde vestigen kon binnen vier en twintig uur een plaggenhut bouwen en zorgen dat er rook uit de schoorsteen kwam. Lukte dat, dan was de hut, de spitkeet, en het bijbehorend lapje grond van de bewoner. Het leven verolgens was hard en armoedig. De omstandigheden waarin mensen toen leefden zijn nu, honderdtwintig jaar later, nauwelijks meer voor te stellen.
Jan vertelt over zijn bestuursrol in het openbaar basisonderwijs. De omvang van de bevolking in Friesland neemt op termijn ook af, met alle gevolgen voor voorzieingen. `Maar wij garanderen kwalitatief goed onderwijs, ook op kleine scholen, in kleine dorpen. Ook op een school met 28 leerlingen kun je goed onderwijs geven.” Bertus Mulder knikt instemmend. In Friesland, anders dan in Zeeland, staat men voor het onderwijs, ook op heel kleine dorpsscholen.
“In mijn tijd als gedeputeerde in Fryslan had ik ook onderwijs in mijn portefuille,” vertelt Bertus, “maar wettelijk heeft de provincie een heel beperkte rol in op dit terrein. Toch kreeg ik van PvdA wethouders in de provincie het verzoek om iets mee te doen aan de

kwaliteitsverbetering van het basisonderwijs omdat het rijk dat PvdA beleid onder leiding van een CDA kabinet weer te niet deed. Het was lastig, maar we vonden de oplossing om vanuit de aandacht voor de Friese taal het basisonderwijs te stimuleren en de kwaliteit te verbeteren. We hebben vier onderwijsmethodes voor het Fries ontwikkeld en de docenten geschoold. Het heeft echt een impuls gegeven, op grotere maar vooral ook op kleinere scholen. Als je maar wilt, is er altijd een oplossing te vinden.”
Onze tocht leidt door een prachtig landschap met houtwallen en elzensingels. Daartussen liggen relatief kleine percelen met weilanden. De grond is verzadigd door het water van de voorbije weken. Bertus en Jan vertellen dat in het verleden werd gevreesd dat dit bijzondere coulissenlandschap zou verdwijnen. Door de industrialisering van de voedselproductie en de daaruit voortvloeiende schaalvergroting van de landbouw zouden grotere percelen een hogere opbrengst voor de boer kunnen garanderen. In die ontwikkeling zouden de houtwallen en elzensingels worden gerooid,zo was de gedachte. Maar dat is niet gebeurd, integendeel. Terwijl we op Harkema aan lopen, zien we een van de boeren jonge bomen planten in een zoom om een weiland.
(wordt vervolgd…. de twee navolgende stukjes waren al aan het begin van de week klaar maar… een foutje op de computer en al het werk blijkt verdwenen… Het duurt weer even (drie dagen) voor ik weer nieuwe verslagen kan plaatsen

Geef een reactie