Biervliet Hoek Biervliet… deel twee

PvdA raadslid Frank van Oorschot komt uit een rode onderwijzersfamilie van vaderskant en van moederskant stamt hij af van de grote boeren uit Zeeuws Vlaanderen. Hij kent de streek op zijn duimpje en rijdt ons voor over de mooiste polderwegen van de boerderij van Rinco naar Biervliet, het oude stadje ten westen van Terneuzen, waar ooit het haringkaken werd uit gevonden.

Op de markt parkeren we onze auto’s en zoeken tevergeefs naar een cafeetje; na enig onderzoek blijkt dat in het 1600 zielen tellende Biervliet eigenlijk niets meer te vinden is. Het laatste winkeltje is juist gesloten; de cafés staan leeg; de bakker heeft zijn winkel te huur staan en heeft de laatste broodjes al weer lang geleden gebakken.

Harry Buijze, die aan de Markt woont, komt ons tegemoet in zijn beige overall, de pet vrolijk op zijn hoofd. “Ja, de cafés”, zegt hij, “dat bracht leven in Biervliet. Iedere morgen om elf uur stipt kwamen de vaste klanten voor hun borreltje bij Wantje, dat oude vrouwtje dat boven haar cafeetje woonde. En ze was eens ziek,” vertelt Harry, “en bleef boven in haar beddeke. De vaste gasten namen hun plaats in, schonken hun borreltje in en noteerden de consumpties netjes in het boek. Maar de dokter moest er aan te pas komen, bij Wantje. Hij ging naar boven en zei tegen Wantje dat het café vol zat. Dat was geen erg, vond Wantje. Het was goed zo. Kwam de dokter beneden in het café en zei tegen de mannen.. Ah, dus hier haalt gij Uw medicijn. Ik zie U nooit bij mij voor medicijnen… het zal dan wel goed zijn wat ge van Wantje krijgt zekerst; doe mij er dan ook maar ene.” Harry kijkt ons aan met een lach van weemoed in zijn ogen.
Het is nu stil op de markt. Dorpen en oude stadjes zoals Biervliet verliezen langzaam hun levenskracht; de traditionele plattelandseconomie is verdwenen. Provinciale en landelijke voorzieningen zijn uit de streek verdwenen. Zelfs het laatste kantongerecht in Terneuzen wordt nu gesloten; voor de rechtspraak moeten Zeeuws Vlamingen lange reizen maken, die bovendien veel geld kosten. Dat zal niemand die niet gedwongen wordt, meer doen. Justitie verdwijnt net als de rest van de overheid uit het zicht.
Harry Buijze betreurt dat ten zeerste. Dorpen waar geen leven meer is, verliezen uiteindelijk alles. Buijze: “Men gunt de ander niets; dat is het probleem. Ik zeg maar altijd dat als ene hand gewassen wordt, de andere toch ook wat zeep moet krijgen, Je moet het een beetje samen doen.”

Omdat het ons niet lukt een broodje te kopen in Biervliet laten we een auto staan en rijden met de ander naar Hoek, het volgende dorp, onder de rook van Dow Chemical. Hier is nog wel een bakker en met wat krentenbollen en bolussen gaan we op weg naar Biervliet. Leen en ik vertellen Frank over onze strijd voor het passend onderwijs in een kleine school wat niet alleen een bindende kracht heeft binnen de gemeenschap maar ook alle kinderen in hun waarde laat en stimuleert om het beste uit zichzelf te halen. Bovendien is de strijd voor het schooltje in Kats ook de strijd om open te staan voor de nood van kinderen in grote steden. Wij hebben sinds een dag het volste vertrouwen dat het zin heeft om onze strijd voor de Katse school te continueren.

Frank op zijn beurt vertelt ons honderduit over de streek, over zijn rol als raadslid, over het natuurbeheer in de streek, over zijn achtergrond en studie politicologie aan de universiteit van Amsterdam. “Wist je dat deze streek, verhoudingsgewijs, een grote bijdrage levert aan het bruto nationaal product? We hebben hier zoveel industrie; dat weet men in de rest van het land niet. De prijzen van de huizen zijn er aanmerkelijk lager dan elders in Zeeland. Maar ja.. toch rijden veel Zeeuwen elke dag op en neer naar Zeeuws Vlaanderen om hier te komen werken; ze blijven wonen aan de overkant.”

We wandelen met een boog om Hoek heen, in de richting van het grote chemische complex van Dow. Dat bedrijf heeft zich hier gevestigd omdat het aan diep vaarwater ligt, er goede uitbreidingsmogelijkheden waren en een potentiële beroepsbevolking. De vestiging van Dow is de grootste fabriek van het concern buiten de Verenigde Staten. In Zeeuws Vlaanderen drukt het een grote stempel op de samenleving; dat heeft vanzelfsprekend positieve en negatieve aspecten.
We passeren een toegangsweg tot het fabriekencomplex die met een slagboom is afgesloten. Natuurorganisaties hebben op die afsluiting aangedrongen. Het verkeer naar en van de fabriek zou namelijk de rust in het nabij gelegen natuurgebied de Braakman verstoren.

Frank van Oorschot: “Ik vind dat de natuurbescherming is doorgeslagen. Het is wat ik noem vervreemd van de werkelijkheid, “geacademiseerd”. Overal wordt alles wat groeit en bloeit weg gesneden, afgegraven en onder water gezet en achter een hek geplaatst. Dat is echt een modeverschijnsel. Het bos hier, wat mensen als zo mooi ervaren, wordt weer gekapt. Natuurorganisaties lijke de mensen niet te begrijpen en niet te willen begrijpen. Maar wat zo onzinnig is, is het volgende… Er zijn twee toegangswegen naar het fabriekencomplex van Dow. Een van de twee wegen wordt gesloten; dat betekent dat mensen elke dag eindeloos lang voor de poort staan en in de file staan, kilometers moeten omrijden wat allemaal tijd en geld kost en slecht is voor het milieu. Dan vragen wij aan het college om de verkeersituatie te onderzoeken en dan krijgen we na een half jaar een rapport waaruit blijkt dat er geen file is; dat het oponthoud niet langer dan zes minuten duurt. En iedereen staat in de file en weet dus dat het rapport onzin is. We vragen een rapport over de overlast van akkerdistels; dat krijgen we dan en vervolgens blijkt dat er geen akkerdistels zijn. Maar iedereen ziet ze staan en als je je vinger uitsteekt naar zo,n bloem, dan word je geprikt… Het is echt waar. Akkerdistels bestaan, iedereen kan het zien en als gemeenteraad krijg je een rapport waarin het tegendeel wordt beweerd. Zo maakt het openbaar bestuur zich kwetsbaar en ongeloofwaardig.”

Op onze beurt vertellen wij over onze ervaringen met het onderwijs in Kats. Daar werd zonder slag of stoot beweerd dat het onderwijs in een kleine school eigenlijk niet meer verantwoord is omdat de kwaliteit van het onderwijs niet kan worden gegarandeerd. In tientallen jaren werd in Kats het tegendeel bewezen en werden de kwaliteiten van het kleinschalig onderwijs ontwikkeld en maximaal benut. Ieder kind, hoogbegaafd of laag ontwikkeld, werd gewaardeerd en leerde om samen, gelijkwaardig, op te trekken en voor elkaar te zorgen. Die fundamentele waarden werden en worden in de officiële rapporten en beleidsnota’s verzwegen en in plaats daarvan rest een werkelijkheid van fictieve cijfers en berekeningen.
Ondertussen lopen we door de Braakman, zien een vos weghollen, en naderen de dijken en de polders rond Biervliet. Het landschap schittert in de bleke winterzon; de geploegde akkers liggen stil in afwachting van vorst en sneeuw, en daarna het licht van het volgend voorjaar. We zijn misschien, concluderen we, kritisch over bestaande ontwikkelingen en dwars waar het moed, maar altijd vol goede moed. We geven de strijd niet op; het gaat om fundamentele waarden, om een toekomst voor kinderen en kleinkinderen.
Vanaf Biervliet rijden we terug naar Hoek, drinken nog een glas citroenlimonade in het cafe en nemen afscheid… Tot in Kats, op 2 februari!
(fotos komen er aan, maar later… nu eerst op weg)

“zie verslag www.voettochtvanjan.nl”

From Biervliet – Hoek (deel een en twee), posted by Jan Schuurman Hess on 1/19/2013 (16 items)

Generated by Facebook Photo Fetcher 2


1 reactie

Geef een reactie