Vijfde etappe, derde deel… samen reizen… met de bond…
Op het perron van het station in Goes, op weg naar Gilze Rijen, tref ik Rene Plug. We kennen elkaar van de lokale afdeling van dePvdA Noord Beveland, en hebben beiden een geschiedenis in het onvolprezen Alblasserdam. Samen reizen is zoveel leuker; Rene is bestuurder van de Abva Kabo, is veel per trein onderweg en reist gewoonlijk …..tja….eerste klas. Mijn kaartje geldt tweede klas… Rene schikt. We lachen.
Ik vraag Rene naar zijn poging om de bond te interesseren voor m,n voettocht. Dat is niet gelukt, vertelt hij. De FNV is een onafhankelijke, neutrale organisatie, en niet verbonden aan een politieke partij. Dat weet ik en begrijp ik. Ik ben ook lid van de bond.
Ik werp tegen dat mijn voettocht bedoeld om een impuls te geven aan de hele sociale beweging, aan de sociaal democratie in brede zin. Dat kan toch niet zonder een bondgenootschap met de vakbond?
Hoe kan het toch zijn, denk ik later, dat de PvdA zelfs bij haar ogenschijnlijke bondgenoten een zo hoge drempel op roept dat een openlijke en vrije uitwisseling van initiatieven, gedachten en plannen onmogelijk wordt. Is dat in het belang van de onder- en middenklasse? Is die verwijdering in het belang van die mensen, die zich moeten verenigen om gehoord en gezien te worden? Ik begrijp heel goed dat leden van de bond, ook verbonden zijn aan andere partijen, zelfs aan de PVV. Ik ben me bewust van de verwijdering die in de loop der jaren in de sociaal democratische familie is ontstaan. Maar de ervaringen van het verleden bieden weinig perspectief op de toekomst. Solidariteit is een individuele aangelegenheid geworden, maar dat is een doodlopende straat. Ik ben ben er van overtuigd dat in de toekomst dat nauwe samenwerking weer noodzakelijk en vanzelfsprekend wordt… Voorwaarde is dat de sociaal democratie zonder oordeel en over alle verschillen tussen mensen een werkelijk verbindende kracht wordt voor alle grote en kleine groepen en organisaties, hoog en laag, klein en groot. Maar dit, terzijde.
We spreken in de trein over de ontwikkelingen in de zorg, over schaamteloze zelfverrijking in de publieke sector. In een van de zorginstellingen in West Brabant is nu een oud staatsercretaris uit het kabinet aangesteld en de man strijkt maandelijks, let wel, maandelijks, vijftigduizend euro op. In dezelfde instelling wanhoopt het personeel, en springen patiënten van ellende voor de trein. Je moet maar durven…. Ooit in het kabinet den Uyl…
We spreken ook over onze oud partijleider, en premier, Wim Kok, die aan dringt op een aanpassing van het ontslagrecht. We begrijpen niet dat Wim daar mee komt, als oud vakbondsman, als voormalig leider van de sociaal democratie. Zou hij dan niet weten hoeveel mensen worden uitgeknepen met flexibele contracten? Wat het betekent om een hele week te moeten werken voor een onvolledig salaris, en geen enkele sociale zekerheid? Helpt ons dat in wat Wim noemt de concurentie met China, met India?
Rene vertelt over de op handen zijnde ontslagen bij de beslastingen. Vijfduizend mensen moeten er uit, volgens de plannen van het kabinet. Dat gaat de overheid veel geld, veel gederfde inkomsten schelen, schat hij in. De vakbond werkt aan een zwartboek over de belastingen. Voor we het weten, nadert Roosendaal. Rene is op weg naar Rotterdam; ik ga Brabant in.
Voor het vertrek laat hij foto’s zien van een coöperatieve van ouderen op het eiland Curacaou. “De mensen hebben daar nauwelijks pensioen. Ze maken thuis kleine, aardige dingen voor toeristen, en hebben een winkeltje waar het verkocht wordt. Eigenlijk willen ze een atelier hebben, waar ze met elkaar kunnen werken. Dat is gezelliger, en fijner werken. Het kost 20.000 Antilliaanse guldens, zeg vij duizend euro. Dat zou ik nu eens graag bij elkaar brengen. Zulke initiatieven, samen werken en zo een centje bij verdienen, daar gaat het toch om…? En zo is het maar net.
We nemen hartelijk afscheid, de Rene van de bond en ik, van de partij.