Staphorst, Meppel, Hoogeveen en Coevorden
In de grote mensenwereld zoeken de knapste koppen naar een oplossing voor de Europese schuldencrisis en alle tegenstrijdige financiële, politieke, zakelijke en maatschappelijke belangen die daarmee verband houden. Op zondag 23 oktober zou die oplossing gepresenteerd moeten worden tijdens de top van de Europese staatshoofden en regeringsleiders voor de ongeregelde financiële druk; lukte dat niet dan zouden we het ergste moeten vrezen, vertellen onze politici, journalisten en opiniemakers. Het is een proces zo ver buiten het gezichtsveld van eenvoudige mensen in heel Europa, dat het in zekere zin onverschillig maakt. Het is woensdag, tien dagen voor de top; ik maak me op voor een nieuwe etappe in het kader van de voettocht. Ik heb een afspraak met Liesbeth Lubberink, PvdA raadslid in de gemeente Staphorst, waartoe ook Rouveen en IJhorst behoren.
In Meppel, aan het begin van de uitvalsweg naar Hoogeveen, dicht bij het ziekenhuis, zie ik aan de rand van een erf een vrolijk orkest staan, gemaakt van metaal en een eindje verder op staat een prachtig steigerend paard van staal. In de tuin zie ik een mevrouw aan het werk. Ze vertelt me dat haar man de beelden heeft gemaakt. “Het begon twintig jaar geleden met wat ijzer afval waarmee hij ging knutselen. Het knutselwerk werd een muzikant en na verloop van tijd werd het een heel orkest. Sindsdien vragen mensen of mijn man ook voor hen een beeld kan maken, muzikanten, of mensen met een bijzonder beroep of dieren waar mensen een bijzondere band mee hebben.”
Ik leg haar in enkele woorden uit wat ik aan het doen ben, en geef mijn ansichtkaart van de voettocht. Op dat moment komt haar man in zijn auto aangereden en parkeert voor de garage. Jan de Vries stapt uit en geeft me een stevige hand. Zijn vrouw, Geesje, stelt voor om even een kopje koffie te drinken. “Ik werkte als verwarmingsmonteur voor een woningbouwvereniging,” vertelt Jan in de keuken, terwijl Geesje koffie inschenkt. “Ik heb altijd met ijzerafval gewerkt, en ander metaal. Nooit met hout.”
In een vaart bij Meppel heeft hij onlangs nog een polsstokspringer geplaatst. Jan en Geesje spreken daar met trots over. Het moet een mooi en spannend beeld zijn, in het midden van de vaart. Terwijl Geesje een plakboek neer legt, en ik de foto’s van het krachtige en levenslustige werk bekijk, vertelt Jan dat hij altijd is blijven werken als verwarmingsmonteur. “We zijn hier 25 jaar geleden komen wonen; het was het huis en de werkplaats van een kleine aannemer. Wat zo fijn was, is dat wanneer ik snipperdagen waarop ik recht had, niet opnam, maar doorwerkte, zodat een van mijn collega’s, een metselaar of een elektricien, net wat we nodig hadden, bij mij thuis, aan de slag kon. Zo konden we het huis mooi opknappen.”
Deze vorm van ‘noaberschap’ kende ik nog niet, maar het is een mooi systeem. Zo kunnen mensen elkaar helpen en komt nabij wat anders onbetaalbaar of onhaalbaar zou zijn.
Na de koffie brengt Jan me even naar de school van Liesbeth Lubberink, in een buitenwijk van Meppel. Onderweg vertelt hij over het ziekenhuis van Meppel dat functies en bedden verliest door de nieuwbouw van het ziekenhuis in Zwolle. Maar tegenover het verlies staat ook winst. Jan de Vries: “In Zwolle is een robot gekocht waarmee mensen geopereerd kunnen worden. Een kennis van ons is door die robot geopereerd aan prostaatkanker; hij was de derde in Nederland die zo geholpen werd. Acht uur heeft hij in de beugels gehangen en is die robot aan het werk geweest. Hij kreeg een klein sneetje in zijn buik; alle kwade cellen zijn weggenomen. Zo precies kan een mensenhand niet werken. En wat zo mooi is, is dat hij geen chemokuur hoeft te volgen en niet bestraald zal worden. Een klein sneetje; dat is alles.”
We nemen afscheid en via een smal pad wandel ik naar de lagere school waar Liesbeth Lubberink werkt. Liesbeth is moeder van vier jongens en geboren en getogen in IJhorst, een dorp vlak boven Staphorst. Daar, in die gemeente, is zij sinds kort raadslid en dat is bijzonder. Het is niet vanzelfsprekend dat vrouwen deel uitmaken van de gemeenteraad; de SGP heeft hier een stabiele meerderheid en zoals bekend is het politieke werk binnen deze partij voorbehouden aan mannen. Samen met Liesbeth is ook mevrouw Brinkman van het CDA lid van de raad geworden. “Dat is echt een doorbraak,” vertelt ze, terwijl we naar huis rijden. “Het gaat goed hoor, in de raad. We worden volledig gerespecteerd, ook door de collega’s van de SGP.”
Het was een verrassing dat Liesbeth met een restzetel in de raad gekozen werd. Ongetwijfeld heeft meegespeeld dat zij geboren en getogen werd op een boerderij in een liberale hoek van IJhorst. Mensen kennen haar en dat biedt vertrouwen en hoop. Liesbeth werd een paar jaar geleden gevraagd om zich te kandideren voor de sociaal-democraten; ze doorliep cursussen van de PvdA en kreeg schik in het raadswerk. “Ik doe dat raadswerk met overgave maar wel zo dat het in balans blijft met mijn gezin en het werk op school.”
Onderweg laat Liesbeth me gebieden zien waar ’s zomers volop ooievaars zitten, passeren we bossen, en zie ik op een akker een vrouw aan het werk in traditionele Staphorster dracht. “Daar ben ik wel trots op hoor, op de Staphorster dracht. Niet lang geleden vierden we 200 jaar Staphorst en zijn vooraanstaande modeontwerpers naar Staphorst gekomen om de traditionele stoffen en kleuren voor nieuwe ontwerpen te gebruiken. Zo kreeg de traditionele dracht aandacht, erkenning maar ook een nieuwe impuls.”
Thuis halen we de hond op en wandelen het bos in dat achter het dorp ligt. We spreken over het onderwijs. Liesbeth werkt op een basisschool in het openbaar onderwijs in Meppel; de school is een koepel van alle tien openbare lagere scholen in Meppel en Staphorst. In het totaal zitten 2000 kinderen op de verschillende openbare scholen. Volgend jaar, door bezuinigingen en teruglopende leerlingaantallen moeten er twintig leerkrachten worden ontslagen. Liesbeth verwacht dat zij tot die twintig behoort. Wie het laatst werd aangenomen, vliegt er als eerste uit. Liesbeth is als zij-instromer vier jaar geleden naar het onderwijs gelokt…
Lesgeven vindt ze heerlijk, en kan ze goed, maar dan wel het liefst op haar manier, vrij en vol vertrouwen. Nu wordt zij, zoals haar collega’s, gedwongen volgens welbepaalde lijnen, plannen en afspraken te werken in overvolle vergrote klassen. Die druk en dwang ervaart Liesbeth als negatief. Het haalt het plezier uit het werk. Er is nog iets anders; kinderen die niet mee kunnen moeten extra aandacht krijgen, en daarvoor moeten behandelingsplannen geschreven worden. Dat kost tijd en energie, die er eigenlijk niet is. “Ik help kinderen graag, “ vertelt Liesbeth, “maar we moeten ook niet uit het oog verliezen dat sommige kinderen nu eenmaal niet tot de top kunnen behoren. Laat hen in hun waarde en ontwikkel hun kwaliteiten, maar eis niet het onmogelijke, of onhaalbare.”
We wandelen door het bos; de herfst kleurt bladeren geel en her en der zien we paddenstoelen. We passeren het voetbalveld van de VV IJhorst, een zondagamateursclub. Zondag? Is dat geen vergissing? Liesbeth: “Nee hoor. Dat wordt hier heel praktisch opgelost door de gemeente. Het college van B&W is natuurlijk tegen voetballen op zondag op gemeentelijke accommodaties. Om die reden is het voetbalveld verkocht aan de voetbalclub, en kunnen we voetballen op zondag, gemeente Staphorst.”