Op het moment dat de trein in Kerkrade stopt, breekt een vreselijk onweer los, en gutst het van de regen. Met de rugzak op, hol ik naar een fietsenstalling en schuil er onder een afdak. Hoe nu verder? Vooraf was me gewaarschuwd voor de oostelijke mijnstreek…. door mensen in het westen van Limburg. “Pas op daar,”werd me gezegd, “je weet niet wat je ziet.” Zij zouden dit noodweer toch niet hebben voorzien? Vast niet, maar wat dan wel? Op weg naar het hoogste punt van de voettocht….
Met de trein van Zeeland naar Limburg is een reis met hindernissen. Het betekent vier, soms vijf keer overstappen en tot nu toe is dat steeds goed gegaan. Maar ditmaal, op weg naar Kerkrade stond ik in Tilburg mooi op het verkeerde perron te wachten op een trein die maar niet kwam… Het betekende dat ik later dan gepland in Kerkrade arriveerde… zo tegen een uur in de middag. Ik realiseerde me dat een bezoek aan Kent, Engeland, jaren geleden, inclusief de boottocht van Dover naar Calais, minder tijd kostte dan een reis per bus en trein van Kats naar het station van Kerkrade…
Eenmaal in Kerkrade zocht ik de weg naar het centrum… Ik passeerde een groot beeld van een mijnwerker op de Markt. ´d,r Joep’ wordt het beeld genoemd. Maar mijn aandacht werd getrokken door lege winkelpanden, door een lang geleden verlaten lunch room, door vervallen of ongeverfde gevels, door stille, winderige straten. Ik kreeg de indruk te wandelen in een verlaten filmdecor uit de jaren ‘70 van de vorige eeuw. Het is nauwelijks voorstelbaar dat Kerkrade in hetzelfde land ligt als Etten Leur, twee plaatsen van bijna dezelfde omvang.
In de HEMA kocht een pakje brood en enige plakjes voorgesneden kaas. Daarna zocht ik me de weg uit het centrum, maar de verschillende mensen die ik naar de richting Heerlen vroeg, hadden geen idee. Na veel gehannes, en ene flinke omweg, ben ik terug op het uitgangspunt, een bankautomaat die niet werkt. Uiteindelijk kom ik op een rotonde en een vriendelijke mevrouw wijst me op een tunnel waardoor ik zou moeten gaan; daarna in rechte lijn naar Heerlen. Vooruit, zo gezegd, zo gedaan.
Onderweg zie ik de gevolgen van de snelle verminderingen van inwonersaantallen; dicht getimmerde flats, leegstaande bedrijfspanden… verkommering alom. Kerkrade verloor in enkele jaren bijna drie duizend inwoners op een aantal van 50.000. Dat laat zich voelen in een stad. De trend zal zich de komende jaren doorzetten, tenzij er zich een wonder voltrekt.
De teruggang in inwoneraantal laat onverlet dat Zuid Limburg, Parkstad Limburg, zoals dat nu heet, een dichtbevolkt gebied is. De regio, inclusief Luik- Aken, telt 2.300.000 inwoners. In Zuid Limburg zijn de gevolgen van de mijnsluitingen na anderhalve generatie nog steeds niet verwerkt. De bevolking is relatief laag opgeleid, maar werk voor laag opgeleide mensen is nauwelijks te vinden. Maar wie hoog is opgeleid, heeft kans op werk en kan aan neergang ontkomen. Echter, veel hoger opgeleiden verlaten de streek, of keren na hun studie niet terug.
Wanneer je hier wandelt, langs een dicht getimmerde flat of onverkochte huizen, ontkom je niet aan sombere gedachten. Wat is hier het perspectief? Hoe verhouden zich de prijzen van de woningen met die aan de andere kant van de grens, in Duitsland, en welke kansen zijn er op werk, en welke mogelijkheden zijn er voor kinderen? Wat is er waar van de berichten over drugshandel en overvloedige criminaliteit? Wat is de toekomst van en in deze uithoek?
“Ik heb lang in Utrecht gewoond, en gewerkt, maar ik ben welbewust naar deze streek terug gekeerd,” vertelt Henk Verreck, voorzitter PvdA Heerlen. We drinken een kopje koffie op een terras in drukke winkelstraat in het centrum van Heerlen. Henk Verreck groeide op in Ringberg, een klein dorp tegen de Nederlands Duitse grens. De grens bestond voor Henk eigenlijk niet. “Vanzelfsprekend gingen wij zwemmen in het zwembad, over de grens. Het kostte maar vijftig pfennig. Mijn vader heeft tot het laatst in de mijn gewerkt. Op twee maanden na vijfentwintig jaar ondergronds. De laatste maanden zat hij op kantoor. Toen hij na 25 jaar trouwe dienst een gouden horloge kreeg, was dat zonder inscriptie, omdat hij die volledige 25 jaar ondergronds niet had vol gemaakt. Dat was ook de mijn.”
Hij vertelt over de samenwerking die de PvdA afdelingen in Zuid Limburg zijn begonnen in de aanloop naar de provinciale verkiezingen. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar is niet zo. De geschiedenis van de sociaal-democratie in zuidelijk Limburg wordt gekenmerkt door een mentaliteitsverschil. Maastricht en omgeving is van oudsher gericht op Luik. In het verleden hadden veel Maastrichtenaren familie in het Franstalige Luik. Het Maastrichter dialect is ook doorspekt met Franse woorden. En, natuurlijk, Maastricht is van oudsher ook een industriestad, en marktplaats tegelijk. Bestuurders, kooplieden en arbeiders vond je in Maastricht.
Heerlen, nu 95.000 inwoners, had begin 1900 nog maar 5000 burgers binnen de gemeentelijke grenzen. De ongebreidelde groei is een direct gevolg van de ontwikkeling van de mijnen. In de loop van de 20 ste eeuw kwamen arbeiders uit alle delen van Europa naar hier, Italianen, Polen, Joegoslaven.
Die traditionele verschillen worden nu opzij gezet, en gezamenlijk streeft men naar een concreet plan voor Zuid Limburg, en men hoopt op contacten met partijgenoten in Luik en Aken. Intussen is de Partij van de Arbeid voor het eerst in decennia uit het College van Gedeputeerde Staten van Limburg gewipt door de PVV, en maakt men zich op voor een rol in de oppositie. De afdeling Heerlen van de PvdA heeft nog ongeveer 160 leden, velen daarvan zijn ouderen.
Het werk in de mijnen heeft grote invloed gehad op de mentaliteit van de mensen in de streek, vertelt Henk Verreck. Men was hard voor elkaar, ook binnen gezinnen, maar tegelijkertijd was er grote kameraadschap. “Ondergronds moest je volkomen op elkaar kunnen vertrouwen.” Die sterke onderlinge verbondenheid en afhankelijkheid is met het werk ook grotendeels verdwenen. Wie kan verlaat de streek. Ik heb een andere keuze gemaakt, en ben juist terug gekomen. Je kunt hier, zeker in vergelijking met de overvolle Randstad, een mooie en goede betaalbare woning vinden. En er is werk genoeg. Laatst nog werden er voor de operatiekamers in het ziekenhuis uit Zuid Europa gespecialiseerde verpleegsters aangetrokken.”
Na het avondeten neemt Henk me mee naar een heuvel, een van de laatst overgebleven afvalbergen van de mijnen op de grens van Heerlen en Landgraaf. Vanaf de top heb je een geweldig uitzicht over de streek. Niet alleen het persoonlijke eigendom van festivalorganisator Jan Smeets, het terrein van Pinkpop ligt aan je voeten, ook het Duitse Ruhrgebied, de Eifel en Ardennen kun je zien, en in de verte, in het westen, ligt het Vlaamse deel van Limburg. Je kijkt hier uit over een van de bronnen van de Europese beschaving. Ik vertel Henk over mijn ervaringen met de partijgenoten in Luik, en Aken, beloof alle gegevens door te geven en spreek de hoop uit dat de contacten in de toekomst vruchtbaar zullen blijken. Zou het niet verstandig zijn, om de kandidatuur voor de Wereldtentoonstelling van Luik voor 2017 te ondersteunen? En om te bezien hoe de ontwikkeling van de universiteit van Aken kan worden ondersteund, en zo effect kan sorteren aan de Nederlandse kant van de grens? Zou het geen idee zijn om, desnoods via proefprocessen, een doorbraak te forceren in bureaucratische rompslomp die grensarbeid nu met zich mee brengt, juist tegenover de achtergrond van de “Europese idealen” die wel op papier staan, maar in de werkelijkheid zo onvolkomen blijken?
Halverwege de avond brengt , Henk me naar het ‘Natuurvriendenhuis’ de Eikhold van het Nivon. De Eikhold blijkt een grote villa, aan de rand van het centrum van Heerlen. Ik vind er een eenvoudige, stille kamer.