Hoorn – “Ach, democratie…wat brengt dat ons,” verzucht mijn gastvrouw bij het ontbijt, terwijl ze de Telegraaf open slaat. “Fijne krant,” zegt ze, “vooral de koppen lees je makkelijk weg… Ach nee, democratie… Hadden we maar een zakenkabinet zoals in Italië; een zakenkabinet met knappe koppen.” Mevrouw kijkt me aan en glimlacht vriendelijk. “U wilt toch niet zeggen dat u de democratie zo goed vindt,” vraagt ze.
Ik vertel mijn hopspita dat ik lang geleden, in Kiel, de processen volgde tegen de Nazi’s die in België eindverantwoordelijk waren voor de bezetting en deportatie van de Joden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden democratie en rechtstaat terzijde geschoven, precies zoals mevrouw nu bepleit, en werd het land met harde hand bestuurd. Het proces in Kiel heeft me mede gevormd tot sociaal-democraat en verdediger van de rechtstaat.
“Maar U wilt toch niet zeggen dat u zo enthousiast bent over de overheid,” houdt ze vol. “Het gaat daar zo langzaam en het werkt niet.” “Mevrouw, wat wilt u nu? De overheid is grotendeels ontmanteld. Vrijwel alle diensten, onderwijs, zorg, openbaar vervoer werden door opeenvolgende kabinetten verzelfstandigd en aan marktwerking bloot gesteld. Wat wilt u nu nog meer?”
Ze haalt haar schouders op en kijkt weer in haar krant. Op dat moment besluit ik mijn dagprogramma te wijzigen. Vandaag wordt in de Rode Hoed in Amsterdam bekend gemaakt wie de verkiezing voor het politiek leiderschap van de Partij van de Arbeid heeft gewonnen. De verkiezingscampagne heeft laten zien dat het zin heeft lid te zijn van een politiek partij; je krijgt directe invloed op wie fractievoorzitter wordt in de Tweede Kamer. Het systeem van deze verkiezing toont dat je op die manier binnen een partij ook op belangrijke politieke thema’s een grotere democratische invloed zou kunnen organiseren.
Dan maar niet te voet naar Alkmaar, besluit ik. Eerst naar het Clusius College in Hoorn en daarna naar de Rode Hoed.
Het Clusius College heeft in totaal acht vestigingen in Noord-Holland, VMBO en MBO scholen, steeds verbonden met de land en tuinbouw, recreatie en ‘styling’. De kracht van de samenwerkende scholen ligt in de schaal: het MBO in Hoorn is met 500 leerlingen klein en overzichtelijk; docenten noch leerlingen lopen verloren. Men kent elkaar; de lijnen zijn kort en de klassen overzichtelijk, veilig en vertrouwd. Het college voert wat ik zou noemen ‘de Maat van Bareld’ (zie het verslag, ‘de Maat van Bareld’, eerder op de site). De meeste ROC’s in Nederland zijn echter uitgegroeid tot onderwijsconglomeraten in grote, dure schoolgebouwen waarin docenten en leerlingen minder zijn dan nummers…
Wanneer ik de school in Hoorn binnenstap weet conciërge Sam al wie ik ben en heeft hij, tot mijn verrassing, de website van de voettocht bekeken. Dat geldt voor de meeste docenten die ik ontmoet, merk ik later; Riet Massee met wie ik een afspraak heb, heeft hen allemaal geïnformeerd.
Het onderwijs is gericht op de ontwikkeling van competenties en vaardigheden. Leerlingen werken veelal aan projecten, in kleine groepjes. Deze onderwijsvorm is op de meeste middelbare beroepsscholen in Nederland ingevoerd. Riet is daarover enthousiast. Ze vertelt dat leerlingen zo beter worden voorbereid op de werkelijkheid na school; de keerzijde is van deze vorm van onderwijs, erkent ze, is dat kinderen die structuur nodig hebben, nu meer moeilijkheden hebben om een resultaat te behalen. “Maar ja,” zegt Riet, “vroeger kwamen deze kinderen van school met een diploma maar bleken dan in de praktijk weer vast te lopen.”
De middelbare landbouwschool is van oudsher een jongensschool; zonen van boeren en tuinders volgden hier onderwijs en die jongens zijn er nog steeds maar er is nu ook een grote groep meisjes die veelal de opleiding ‘Styling’ volgen. Daar leren ze alles wat met vormgeving en decoratie te maken heeft.
De mondialisering van de landbouw en voedselproductie heeft ook gevolgen voor het onderwijs hier in Hoorn. Iedere student gaat voor een lange stage naar het buitenland, tot in Kenia, Australië en Nieuw-Zeeland aan toe; de contacten van de school met die bedrijven lopen soepel. Meestal zijn er oud studenten of mensen uit West-Friesland/Noord-Holland als aanspreekpunt voor de school. Immers, bloembollen-, rozen- en plantenkwekers uit Noord Holland vind je over de hele wereld.
Leerlingen die moeilijkheden hebben in het onderwijs, thuis of in het gedrag worden hier in Hoorn snel opgepikt en individueel begeleid. Sommige jongens hebben in het competentiegericht onderwijs moeite om overzicht te houden, te plannen en te organiseren. Riet, verantwoordelijk voor de zorg en de internationale contacten op school neemt me mee, de school in.
In een aparte kamer tref ik Klaas Veijn (52) die als ambulant begeleider een aantal leerlingen onder zijn hoede heeft. Hij is op een groot aantal scholen in de regio actief. Die scholen zijn vaak zo groot dat hij er niemand leert kennen; op het Clusius in Hoorn is dat anders, vertelt hij. “Hier ken ik de docenten en leerlingen bij naam. Dat is fijn en het werkt persoonlijker.”
Klaas, die 28 jaar in het onderwijs werkzaam is en zich via extra studies heeft gespecialiseerd in het begeleiden van kwetsbare leerlingen, is nu door de bezuinigingen van het kabinet onzeker over zijn baan. Het kabinet heeft het geld voor zorg aan kwetsbare leerlingen geschrapt. “Dat is vreselijk,” zegt Riet, “voor Klaas natuurlijk maar ook voor ons omdat we daardoor zoveel ervaring en deskundigheid kwijt raken.”
Twan, (17) uit Egmond Binnen, die aan een aparte tafel met rekenwerk bezig is, is blij met de extra aandacht van Klaas. Plannen en rekenen vindt hij lastig. “Bovendien,” zegt hij, “thuis heb ik altijd andere dingen te doen op de boerderij.” Als hij vertelt over melkkoeien en jong vee, glimmen zijn ogen. “Dat is zo mooi,” zegt hij. “Ik doe dat werk zo graag. We hebben 170 koeien, een schuur vol, hoor.” Later wil hij, samen met zijn neef, het bedrijf overnemen.
Wordt vervolgd.