Waar een wil is….III.
Voor deze vrijdag werd zwaar weer voorspeld: stormachtige wind, veel regen. Wie de weersberichten beluisterde wist het zeker: vandaag niet naar buiten.
Maar zoals zo vaak: het valt reuze mee. Het is zeker winderig en koud, regen dreigt maar daarvan word je niet nat. Een nieuwe wandeldag in het verschiet, ditmaal van Drachten via Nij Beets naar Heerenveen. Dat is een best eind, te voet, vooral omdat het door het open, weidse Friese landschap voert.
Bertus Mulder brengt me van Veenwouden naar Nieske Ketelaar in Drachten. Nieske is wethouder in de gemeente Smallingerland, dat wil zeggen, Drachten en omgeving. Samen met PvdA lid Ad van der Grijn, (72), nog actief volleyballer en voormalig Philipsman, drinken we een kopje koffie en gaan Nieske, Ad en ik op weg. Bertus heeft andere afspraken en gaat vandaag niet mee.
We wandelen Drachten in, via ruime, groene wijken, naar een grote, lange en modern vormgegeven fietsbrug over een doorgaande weg. Aanvankelijk waren er aarzelingen over het ontwerp, maar nu, vertelt Nieske, is de brug omarmd door de wijkbewoners en een beeldmerk geworden voor Drachten, de centrale plaats in de gemeente Smallingerland. Nieske vertelt aanhoudend en enthousiast over haar werk, over de wijken en initiatieven.
Een van de meest in het oog springende verhalen uit Drachten is dat Philips in de zomer besloot om de productie van deftige scheerapparaten vanuit China naar Friesland over te plaatsen. Nieske en Ad: “Wij hebben Philips niet los gelaten nadat het bedrijf in het verleden producties naar het oosten verplaatste. Wij zijn bij elkaar gekomen, bedrijfsleven overheid en onderwijs en hebben nagedacht hoe we gemeenschappelijk werk konden behouden en dynamiek konden blijven ontwikkelen. Dat is goed gelukt; Philips zag in Drachten vernieuwende en betrouwbare mogelijkheden.”
Later op de dag, wanneer partijgenoten uit Opsterland zich hebben aangesloten, vertrouwen ze mij toe, dat zij voor Drachten bewondering hebben. Drachten ligt niet aan een logistiek knooppunt, niet aan een rivier of spoorweg en toch slagen zij er altijd in dynamiek te ontwikkelen. Het nieuwe Philips biedt vooral aan specialisten en hoogopgeleiden perspectief op werk.
Wanneer Nieske Ad en ik door de wijken van Drachten dwalen, treffen we Berend, Sjoerd en Ritske. Zij zijn aan het snoeien voor Caparis, de sociale werkvoorziening van acht Friese gemeenten, inclusief de grootste plaatsen Leeuwarden en Heerenveen. We maken even een praatje; de bezuinigingen en zorgen over de toekomst van Caparis maken Ritske onzeker. Vroeger werkte hij bij een gewone baas maar kon de druk van presteren niet aan en was blij dat hij bij Caparis verder kon. Maar nu ziet alles er anders uit. Ritske“Soms lig ik wakker van het werk en alle zorgen. Dan zie ik een olie druppel die valt en een vlek die dan steeds groter wordt. Dan kom ik er niet meer uit. Maar ja, de druppel is nog steeds niet gevallen. Je weet niet wanneer het gebeurt. Ik hou me er maar aan vast dat het werk toch door moet gaan. Er moet worden gesnoeid.”
We wandelen voort en komen via de rand van Drachten bij Boarnburgum, een mooi dorp waarin we plotseling een huis zien met grote plastic paarden voor de deur. Hier blijkt een winkel gevestigd, de Tweespan, gespecialiseerd in zadels voor de Friese paarden. Nieske, die overal wel mensen schijnt te kennen, zwaait naar eigenaresse Elzelien Renssen. We gaan de winkel binnen en Evelien laat ons de zadels zien die ze over de hele wereld verkoopt. “Dankzij het internet,” vertelt ze, “hebben we klanten tot in Nieuw Zeeland, Australië en de Verenigde Staten. We nemen met al die mensen persoonlijk contact op om de zadels op maat te kunnen maken.”
Terwijl Elzelien en Nieske herinneringen op halen dwalen mijn gedachten naar Kenning Lear, de legendarische afscheidsvoorstelling van artistiek leider en regisseur Jos Thie bij Tryater in 2003. Kenning Lear werd gespeeld in het Fries Paarden Centrum, juist tussen Boarnburgum en Drachten, en de machtige zwarte Friese paarden speelden er een beeldbepalende rol in. Rients Gratama speelde de tragische koning Lear en Hadewych ten Berge zorgde voor de mooiste theaterkostuums ooit; Kenning Lear was de meest aangrijpende en indrukwekkende ervaring die ik ooit in het theater mee maakte. Toneel bestaat na afloop van de voorstelling alleen nog in het geheugen van het publiek en de toneelmakers; zelfs het Fries Paarden Centrum in Drachten bestaat al niet meer. Wat jammer toch; ik zo graag die geweldige paarden nog eens zien draven, arme Lear, arme Cordelia.
We moeten door; een eindje verder op wachten drie partijgenoten uit Opsterland ons op. Voor de winkel van de Friese bakkerij Baarsma staan oud wethouder Henk Hoen, Roel Vogelzang en Doeke Venema ons op te wachten. Nog voor we elkaar goed en wel hebben ontmoet, glip ik gauw de bakkerswinkel van Baarsma binnen. Ik koop er Friese kruidkoek en Friese zoetekoek, voor thuis. Even later gaan we op weg, in de richting van Nij Beets. Het is een gezellig ploegje en wanneer we achter Boarnburgum het vlakke land in lopen, merken we nauwelijks hoe fel de wind is en hoe koud het is. De gesprekken onderweg zijn licht en diepgaand tegelijk, van spanningen, zoals in de politiek vaak zo kenmerkend, is geen sprake. Integendeel. Het lopen, de kou en de ruimte om ons heen doen een ieder goed.
Henk Hoen die naast me loopt is een grote man, geboren en getogen in Nij Beets, maar nu woonachtig in het nabij gelegen Beesterszwaag. Tot een maand voor de vorige gemeenteraadsverkiezingen was hij wethouder in Opsterland; Henk trad af na commotie over het lot van de gestreepte waterroofkever. Maar daarover straks.
De geschiedenis van de streek, tussen Drachten en Heerenveen, is nauw verbonden met de turfwinning en dus, voor alles, met het lot van veenarbeiders. De immense vlakte waar we door lopen is door mensen op het veen, op moeras, veroverd. Niet met graafmachines, tractoren en vrachtwagens, maar met de hand. Schop na schop, honderden hectares. De turf werd in steden gebruikt als brandstof. De opbrengst ging naar de landeigenaren, de Friese adel, die in de prachtigste huizen woonden, in Beesterzwaag.
De veenarbeiders van Nij Beets, Tijnje en Tjalleberd kwamen vaak uit de omgeving van Gierhoorn. Familienamen, vertelt Henk Hoen, vertellen over die achtergrond: Lageveen, Knol, Knobbe, Dam en Hoen waren typische Gieterse families, die met de ontginning van het veen mee trokken. Hier, in dit deel van Opsterland, werd ook een eigen dialect gesproken, Gieters, enigszins afwijkend van het Fries.
De omstandigheden waarin de landarbeiders leefden onder erbarmelijke omstandigheden, het drankmisbruik was groot, arbeiders waren verplicht in ‘winkels’ van bazen te kopen; zij hadden honger en nauwelijks fatsoenlijke behuizing. Vrouwen en kinderen werkten mee; wie ziek werd, werd afgedankt en vervangen. De dood leefde op hun hielen; niemand werd ouder werd dan veertig, vijfenveertig jaar. De herinnering aan die armoede waait ons als stuivende regen zo in het gezicht. Dit is het land van Ferdinand Domela Nieuwenhuis, de uitgetreden dominee, die de grondlegger werd van het sociale beweging in Nederland, en hier door de veenarbeiders Ús Ferlosser werd genoemd.
Wanneer we bijna bij Nij Beets zijn zien we links van de weg wat lager een huisje liggen. Henk Hoen houdt zijn handen hoog. “Hier,” zegt hij, ”hier was het dat Domela in 1888 de veenarbeiders toesprak en hen steunde als lid van de Tweede Kamer van de Staten Generaal, en daar… daar stonden de agenten.”
We staan allemaal een ogenblik stil, midden op de weg. De staking van de veenarbeiders, begonnen in Appelscha, was de eerste grote staking in het land. De inzet was zo bescheiden: een kleine loonsverhoging en het eind van de gedwongen winkelnering…
De grootste grondbezitter van Opsterland aan het beging van de negentiende eeuw was Rijnhard baron van Lynden. Hij bezat 113 huizen, 67 boerderijen. In 1832 bezat hij al 3819 hectare. grond.
Ferdinand Domela Nieuwenhuis, die een jaar eerder nog in de gevangenis zat wegens majesteitsschennis, gaf met zijn indringende toespraken de veenarbeiders en hun gezinnen vertrouwen en liet hen inzien hoezeer zij uitgebuit werden. We zijn nu 123 jaar later, vier generaties verder. Het land, waarop niemand meer werkt, en de samenleving zijn onherkenbaar veranderd.
We lopen verder in de richting van Nij Beets. De gemeenschapszin en de familiebanden zijn hier nog steeds sterk. Toen het dorp jaren geleden een zwembad wilde en daarvoor geld bijen moest brengen werd er aan de Prikkewei door vrijwilligers een bungalow gebouwd. Met de opbrengst van dat huis werd het zwembad betaald.
We wandelen door het dorp door naar het it Damhus, een klein openlucht museum waar je kunt zien hoe turf gewonnen werd en hoe de veenarbeiders leefden en werkten. Net als in Buitenpost en Harkema wordt ook dit museum door vrijwilligers in stand gehouden en draagt het niet alleen bij aan de leefbaarheid maar ook aan gemeenschapszin en historisch bewustzijn.
Tegenover het openluchtmuseum is een brug over het polderkanaal en bij die brug staat een café, de Brege. En ook hier ademt de geschiedenis je tegemoet. In het café hangt het portret van Domela Nieuwenhuis en weet je, vertelt van de stagasten, in het koopcontract van het café staat dat het portret van Domela hier altijd moet blijven hangen. Wie het café wil door verkopen moet deze bepaling garanderen. Domela blijft hier, nog steeds, bij ons.
Ik vraag me in goede gemoede af of dit nu wel het goede moment is, zelfs of het überhaupt zinvol is een bundel sentiment aan te leggen. Wie wil je er mee bereiken?Waarschijnlijk alleen de mensen die deze regionale verhalen kennen of weten dat er bekenden zijn die dit nog meegemaakt hebben. Dit is in ieder geval niet de manier om de jongere generatie die we zo brood nodig hebben aan ons te binden.
Daarenboven is deze regionale geschiedenis wel erg eenzijdig geselecteerd geschreven, dat kan natuurlijk ook niet anders. De toevoeging aan de reeds bestaande schrifturen ontgaat me buiten wat rode emotie ook helemaal.
Waarom zijn de meelopers Nieske en Ad zo selectief gekozen, niemand, ik ben een gewoon actief lid, wist tot nu toe dat er in onze gemeente gelopen is.
Naar mijn mening zonde van de gïnvesteerde tijd en zonde van de geringe aandacht, er had wervend veel meer mee kunnen gebeuren. Ook in Wartena zal het publiek dat we al kennen wel weer aanwezig zijn en zullen er weinig nieuwe scheuten in de grond gezet worden.
Met een rode groet, Teun Voogd (
Beste Teun,
Op allerlei manieren is en wordt aandacht gegeven aan de voettocht; in Rood, via de PvdA website, via de WBS en via gewest en afdelingen. Iedereen kon zich in Fryslan aanmelden om mee te wandelen; velen hebben dat ook gedaan, hoor. Ook jongeren volgen de voettocht intensief. Hou goede moed, hartelijke groeten van Jan