Leiden.- Zachtjes aan nadert het einde van deze voettocht; nog vier maanden te voet door Zuid Holland, over de Zuid Hollandse en Zeeuwse eilanden naar Zeeuws Vlaanderen. Op zaterdag 2 februari, volgend jaar, zet ik een punt achter dit avontuur, in de Hedwigepolder, symbool van Zeeuws verzet tegen politieke en maatschappelijke machten die zich in de jaren negentig van de vorige eeuw in besloten circuits, onaantastbaar waanden en meenden de samenleving naar hun hand te kunnen zetten. De ontpoldering van de Hedwgepolderen heeft niets met natuur of natuurherstel te maken of met de emoties over de Ramp van 1953 maar met strijd om macht en reputaties van een gesneefde elite. Maar daarover later meer.
Rene Cuperus, compaan binnen de Wiardi Beckman stichting, en ik troffen elkaar in het station in Leiden en wandelden naar Rijnsburg, waar een klein huisje staat waar ooit Baruch Spinoza ( Amsterdan 1632 – ’s Gravenhage 1677) woonde, nadat hij uit Amsterdam in 1656verbannen werd.Baruch Spinoza werd geborden in een Portugees joodse familie; hij werd tijdens zijn leven, in de Hollandse Gouden Eeuw, beschouwd als een controversieel denker. Met zijn onverschrokkenvrije geestbepleitte hij een wijsgeerig systeem dat zich haast op een wiskundige wijze ontwikkelde vanuit de rede. Het religieuze begrip van de wereld, met de wonderen en irrationele verklaringen, wees Spinoza af. In plaats daarvan onderzocht en wees hij op het belang en bestaan van onvernaderlijke natuurkundige wetten en systemen. Om die reden werd hij in 1656 uit Amsterdam verbannen. Hij vond daarop in 1660 onderdak in Rijnsburg, bij vrijzinnig protestanten.
Door regen en met koude wind in het gezicht wandelen we door deftige Leidse lanen en rommelige dorpse straten in de richting van Rijnsburg.Spinoza zal dezelfde weg gelopen hebben; er is echter niets wat herinnert aan de tijd van de Gouden Eeuw. Rijnsburg zelf is een druk, volgebouwd dorp waar het Spinozahuisje slechts met moeite gevonden kan worden.
Rene en ik bellen aan en na enkele ogenblikken wordt opengedaan door Adriaan Verhage, een vrijwilliger van de Vereniging Spinozahuis. Hij laat ons de vertrekken zien waar Spinoza gedurende anderhalf jaar leefde en werkte. Het bijzonderst van het huis is de bibliotheek. De werken die Spinoza in het bezit had werden na zijn dood verkocht maar aan de hand van de inventaris is de bibliotheek weer in oorspronkelijke staat terug gebracht.
Naast de bibliotheek is een kamer ingericht met een machine waarop vroeger lezen werden geslepen. Spinoza voorzag in zijn levensonderhoud als lenzenslijper en als docent. Hij leidde al bij al een bescheiden en zorgelijk bestaan; zijn denkbeelden zijn tot de dag van vandaag, actueel en belangwekkend. Wetenschappers, lezers en liefhebbers van het werk van Spinoza uit de gehele wereld bezoeken het kleine huisje in Rijnsburg en tekenen het gastenboek. Ga er ook eens kijken, zou ik zeggen, en neem eens kennis van het werk van Spinoza.
Op de terugweg naar Leiden kopen we zelf gemaakte pepernoten en spreek ik met Rene over het boek wat ik over de voettocht wil schrijven. Eindeloos veel verhalen dringen zich inmiddels op maar al die indrukken, die je hier op de website aantreft, kunnen niet in een boek. Het zou te omvangrijk te onoverzichtelijk worden. Het gaat er om de kern van mijn indrukken in het boek te verhalen en er een agenda aan toe te voegen waaraan de lezer iets kan hebben. “En,” voegt Rene Cuperus er aan toe, “in de beperking toont zich de hand van de meester….”
Kortom….